De visus is een maat voor als gezichtsscherpte onderdeel van het meeromvattende gezichtsvermogen. Het is een maat voor de kleinste details die iemand nog kan onderscheiden. Een oog wordt normaal genoemd als de visus 1 of hoger is.
Om de visus te bepalen maken wij gebruik van de Snellenkaart. Deze kaart is ontwikkeld door de Nederlandse oogarts Herman Snellen. Met deze kaart kan bepaald worden of de visus afwijkt t.o.v. de gemiddelde gezichtsscherpte. Als bijvoorbeeld op een afstand van zes meter de referentie-letters voor zes meter gelezen kunnen worden, dan is de visus in ieder geval gelijk aan 1. Kan iemand nog kleinere letters lezen dan is de hij groter dan 1. Een waarde 1,5 komt wel voor bij jonge gezonde mensen.
Het is onjuist de visus in procenten aan te geven. Iemand met een waarde van 0,5 is niet ‘half blind’: hij of zij heeft op een afstand waarop een ander een 1 mm grote letter nog kan lezen, een 2 mm grote letter nodig.
Als keuringseis van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen geldt dat na optimale correctie beide ogen samen een visus van minimaal 0,5 moeten hebben.
In het overzicht verrichtingen kun je zien in welke onderzoeken een deze test gedaan wordt.