Lichamelijk onderzoek en intern onderzoek

Lichamelijk onderzoek en intern onderzoek is het onderzoeken van het lichaam door de sportarts. Het is een van de stappen van het sportmedische onderzoek, volgend op de anamnese.

Het lichamelijk onderzoek bestaat uit inspectie (bekijken), palpatie (betasten), percussie (bekloppen) en auscultatie (beluisteren).

Bij de inspectie bekijkt de sportarts het hele lichaam op zoek naar normale en afwijkende lichaamsvormen. De sportarts kijkt o.a. naar: je stand, (a)symmetrie van de spieropbouw, kleur van de huid/ verkleuringen, zwellingen, littekens.

Met de palpatie bevoelt de sportarts met beide handen het lichaam om een indruk te krijgen van de structuur, de vorm, de stevigheid en eventuele pijnlijke gebieden.

Bij percussie beklopt de sportarts het lichaam en onderscheidt zo of er vocht, weefsel of gas onder dat gebied aanwezig is.

Lichamelijk en intern onderzoek

Bij auscultatie luistert de sportarts met behulp van een stethoscoop naar het hart, de longen, de darmgeluiden en sommige bloedvaten.

Het Interne onderzoek omvat observaties van de vitale lichamelijke functies. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het meten van de polsslag en de bloeddruk . Met behulp van een stethoscoop wordt geluisterd naar het hart, de longen en de darmgeluiden.

bloeddruk meting

Meten van de bloeddruk

De bloeddruk is de kracht waarmee het hart het bloed de slagaders inpompt. Hierdoor ontstaat een druk in de bloedvaten. Deze druk meet de sportarts tijdens het onderzoek. Om dit te meten wordt om de bovenarm een brede band gedaan. Deze wordt met een rubberen slang opgepompt waardoor de slagaders afgesloten worden. Daardoor is ook de polsslag niet meer voelbaar. De sportarts laat de band dan weer langzaam leeg lopen. Op het moment dat het bloed weer door de slagaderen loopt (en de polsslag weer gevoeld kan worden) wordt de bovendruk gemeten. De band loopt verder leeg en als het bloed weer vrij kan stromen, wordt de onderdruk gemeten. De bloeddruk meten levert dus altijd twee getallen/waarden op; de bovendruk en de onderdruk.

De bloeddruk moet niet te hoog worden. Langdurig hoge bloeddruk beschadigt de wanden van de slagaders. Dit bevordert het ontstaan van slagaderverkalking. Door slagaderverkalking worden de vaten minder elastisch en de bloeddruk neemt verder toe. Een hoge bloeddruk (hypertensie) vergroot de kans op hart- en vaatziekten. je

De streefwaarde voor de bloeddruk is een waarde onder de 140/90 mmHg.

Lichamelijk onderzoek

Een lichamelijk onderzoek van het bewegingsapparaat is een algemene beoordeling van spieren, botten en zenuwen en hun functioneren. Aan de hand van de informatie afkomstig van het verhaal van je (anamnese), voorafgaand aan het onderzoek, kan er gericht naar klachten gekeken worden. 

Bij het actief functieonderzoek vraagt de sportarts om bepaalde bewegingen te maken om te kijken hoe deze beweging verloopt of er sprake is van pijn of van een bewegingsbeperking. Bij het passief functieonderzoek voert de onderzoeker de beweging uit en kijkt hij of er sprake is van een bewegingsbeperking en pijn.